zondag 30 oktober 2016

Ouren


Ouren

Start : Dorpscentrum van Ouren.
Afstand :8,6 km
Bewegwijzering : Blauw kruis
GPS : 4790 Ouren

DE ROUTE :

Ouren aan de oever van de Our, in het dorpscentrum
Aard van de wegen:
veld- en bosweg, ook gedeeltelijk geasfalteerde weg en straat.
Niet aangepast voor rolstoelen en kinderwagens.

Op de route :

1. Peterskerk
Tot de Peterskerk behoorden de kerk en de omliggende gebouwen die vroeger een zelfstandig gehucht vormden, boven Ouren. Toren en schip van de Peterskerk, in het midden van het kerkhof, dateren uit de twaalfde eeuw. In de achttiende eeuw werden een achthoekig koor en in 1912 de sacristie aangebouwd.
Niettemin vormt het beraapte, wit gekalkte bouwwerk een harmonisch geheel.

2. De Riddersprong
Rotsen aan de ingang van het dorp van Ouren.
Een jonge ridder, die verliefd was op de gemalin van de Heer van Ouren, ontvoerde diens vrouw en ging te paard met haar op de vlucht. Zij bevonden zich juist op deze hoogte over de Our toen hun achtervolgers hen bijna hadden ingehaald. Daar kreeg het paard de sporen en van op deze aanzienlijke hoogte sprong het dier in de Our, zonder letsels toe te brengen aan de ridder of zijn minnares; aldus geraakten zij buiten bereik en leefden samen in vrede.
Later werd aan de legende een corrigerend slot toegevoegd: de ridder had beloofd, op de plaats van hun redding een kapel op te richten, hij hield echter zijn woord niet en werd door de bliksem gedood. Vandaag kan men, gebeiteld in de rotsen nog lezen: “Fili dei terogamus audi nos“ wat betekent „Zoon van God wij vragen u ons te aanhoren“.

3. Heinzkillmolen
In de omgeving van de Peterskerk, vlak onder de Riddersprong, waar de Schiebach in de Our uitmondt, stond een oude runmolen. De eikenschors
werd tot run bewerkt en in de runmolen aan de Schiebach gemalen; dit was een veel gevraagde grondstof voor de ledernijverheid. Friedrich Heinzkill kocht de runmolen en bouwde in het jaar 1613 de molen om en nu werd het grote
waterrad van een graanmolen aangedreven door het water van de Schiebach. Vroeger werd de akkerbouw nog zeer gewaardeerd; vooral het nabijgelegen Luxemburgse land bewees zich als graanschuur voor de Heinzkillmolen. Niet enkel koren, haver of gerst werden hier tot meel gemalen maar ook boekweit. Dit boekweitmeel werd met water tot een deeg bewerkt die met veel spek in een pan gebakken werd; ook vandaag laat dit oude gerecht zich bij koude winterdagen nog graag eten. In de Heinzkillmolen, die ook nu in familiebezit is, wordt nog gierstboekweit in kleine hoeveelheden gemalen, maar over enkele
jaren zal deze specialiteit uit de Eifel niet meer voorhanden zijn gezien er
bijna geen zaad van gierstboekweit meer te sprokkelen valt.

4. Het Europamonument
In het vlakke gedeelte in het zuiden van Ouren, daar waar de Ribbach en de Our samenvloeien bevindt zich de grens tussen België, Luxemburg en Duitsland. Het Europamonument belichaamt de Europese dankbaarheid en de openheid van de streek.
De 5 imponerende megalieten als symbool voor de landen, die destijds tot de Europese Gemeenschap behoorden, werden opgesteld in een park en op 22 oktober 1977, als Europamonument ingehuldigd. Vier stenen van de daar verenigde landen dragen gedenkplaten met namen van grote Europeanen.
-Konrad Adenauer voor Duitsland - de steen komt uit de Lüneburger Heide (zwerfsteen)
-Joseph Bech voor Luxemburg – de steen komt uit het Müllertal (zandsteen)
-Christian Pineau voor Frankrijk – de steen komt uit de Vogezen (leisteen)
-Paul-Henri Spaak voor België – de steen komt uit Vielsalm (blauwe leisteen)

5. Georg Wagner Brug
Ter ere van de geestelijke vader van het Europamonument, Georg Wagner uit Luxemburg, werd de houter brug, die de wandelaars van België naar Duitsland voert, naar hem genoemd.

De burcht van Reuland
De burcht van Reuland (gebouwd in de 12de eeuw) was tot in de 18de eeuw een geweldig bouwwerk. Het huidige ruïnecomplex heeft nog altijd een grootte van 55 bij 65 m.
Naast de feitelijke verdedigingsburcht was er nog een burchtring en een twee kanten omvattende gracht met beschermingswal. Tot begin van de 14de eeuw deed de burcht dienst als zit van het adellijke geslacht Reuland.
Vanaf 1322 is de Graaf van Luxemburg leenheer van de burcht, die hij in zijn verdedigingsysteem van de oostelijke grens integreert. Pas op het einde van de 18de eeuw wordt de vesting, die ondertussen omgebouwd was tot een bij het landgoed horende residentie, vernietigd en daarna in grote mate afgebroken. Omvattende restauratiewerken en archeologische uitgravingen
hebben de burcht van verder verval gered en haar voor de toekomst beschermd.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten